De troonrede wierp de vraag nog maar eens op: ‘hoe houden we de economie sterk en concurrerend, in een wereld van handelstarieven en nieuwe economische machtsverhoudingen?’ Het ministerie van Economische Zaken probeert antwoorden te geven met een keur van plannen en voornemens . In deze drukte kan de begroting van 2026 wat overzicht bieden. Immers, daar komen alle zaken samen.

Het overkoepelende beleidsdoel van dit ministerie kun je samenvatten als het versterken van het ondernemersklimaat. De uitwerking volgt in enkele ‘beleidsartikelen’, waarvan het ’bedrijvenbeleid’ de meeste tekst en euro’s krijgt toebedeeld. Zoomen we in op dit beleidsartikel, dan zien we enkele belangrijke wegen in het beleidsdoolhof.

In alle volledigheid heet dit beleidsartikel: ‘Bedrijvenbeleid: innovatie & ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei’. Het instrumentarium wordt gerangschikt in drie strategische doelen:

1. Bevorderen van een innovatieve, concurrerende en weerbare economie. Hieronder valt het ‘missiegedreven innovatiebeleid’, dat voortvloeide uit het topsectorenbeleid en waarbij convenanten worden gesloten rond ‘Kennis & Innovatie Agenda’s' voor sleuteltechnologieën en digitalisering. Ook het recente 3% R&D aanvalsplan valt hieronder. Beide beleidsbewegingen komen samen in de Nationale Technologie Strategie, dat zich richt op tien sleuteltechnologieën.

2. Optimale randvoorwaarden voor succesvol ondernemerschap. Ondersteuningstrajecten rond arbeidsmarkt, ruimtelijk-economische ordening en het financieren van startups en scale-ups vallen hieronder

3. Faciliteren van de transitie naar een toekomstbestendige, circulaire en inclusieve economie. Hierbij wordt uiteengezet hoe het ministerie van Economische Zaken betrokken is bij interbestuurlijke trajecten zoals het Nationaal Programma Circulaire Economie 2023-2030 en de Nationale Grondstoffenstrategie.