Circle Economy

Friesland circulaire koploper met serieuze aandachtspunten

June 03, 20252 min read

Door Wouter Marchand

Op de World Circular Economy Forum in Sao Paolo (13-16 mei) verscheen het regionale Circularity Gap Report over de provincie Friesland. Circle Economy stelt sinds 2018 mondiale, nationale en regionale monitoringsrapporten op die de staat van de circulaire economie in kaart brengen. Het doel daarvan is om een standaard methode te ontwikkelen waarmee de transitie naar de circulaire economie gevolgd en versneld kan worden.

Het Circularity Gap Report voor Friesland laat zien dat de regio relatief hoog scoort op de circularity metric, de maat die Circle Economy hanteert voor de staat van de circulaire economie. Dat betekent dat meer dan een tiende van de grondstoffen in de provincie wordt teruggewonnen en opnieuw gebruikt. Ter vergelijking: het Nederlands gemiddelde ligt op 9,8%, het wereldwijde gemiddelde op 6,9%. Met name op het gebied van hergebruik van materialen uit afval, omgang met waterzuivering en -besparing en het gebruik van hernieuwbare energie presteert Friesland bovengemiddeld. Veel aandacht gaat daarom uit naar dit goede nieuws: Friesland als koploper binnen Nederland, en ook wereldwijd een voorbeeldregio. Zie bijvoorbeeld Trouw, Leeuwarder Courant en EenVandaag. Die schouderklopjes zijn terecht vanwege het sterke en overzichtelijk netwerk voor de circulaire economie waarin bedrijven overheden en onderwijs elkaar vinden.

Niettemin bevat het rapport ook minder goed nieuws en serieuze aanbevelingen waarmee de provincie aan de slag moet. Circle Economy hanteert als doelstelling een percentage van 17% circulair wereldwijd om onder de 2 graden klimaatopwarming te blijven. De trend is negatief, waarbij het aandeel secundaire materialen volgens de laatste analyse is gedaald van 7,2% naar 6,9%. Deze daling is grotendeels te wijten aan de aanhoudende groei van het totale materiaalgebruik, die de groei van het gebruik van secundaire materialen overtreft. Voor Friesland specifiek is de aanbeveling om in te zetten op het verminderen van de CO2 emissies en het materialengebruik, die beiden hoger zijn dan het gemiddelde niveau in Nederland. Bovendien is het optimaliseren van de monitoring een blijvend aandachtspunt. ‘Er blijven belangrijke datalacunes bestaan, met name op het gebied van circulaire inkoop, onderwijs en gezondheidseffecten, evenals overkoepelende indicatoren die de voortgang van de transitie in de watersector weergeven. Het dichten van deze lacunes is cruciaal om ervoor te zorgen dat indicatoren de dynamiek in de praktijk weerspiegelen en effectievere besluitvorming ondersteunen.’

Back to Blog

Met een gratis account ontvangt u onze nieuwsbrief

en krijgt u toegang tot het Kennisweb