Het aandragen van ideeën voor politieke programma’s behoort steevast tot de warming-up van de verkiezingscampagne. Met het oog daarop is het interessant om te kijken wat er vanuit de gezamenlijke, Noord-Nederlandse lobby is aangedragen. ‘Een sterk Noorden voor een sterk Nederland’, zo begint de three-pager.

De ontwikkeling van campussen is een relatieve nieuwkomer in de noordelijke lobbyboodschap. Ook wordt het Nationale Programma Vitale Regio’s (NPVR) genoemd. Hierin werken de overheden aan gebiedsgerichte, langjarige investeringsagenda’s, o.a. in Noord- en in Zuidoost-Fryslân, in Zuidoost-Drenthe, en in Noord-en Oost-Groningen. In een nieuw regeringsprogramma zou dit NPVR zo maar eens het haakje kunnen worden voor extra inzet op regionale politiek.

Bezien vanuit een Europees perspectief worden de kansen van het noorden als ‘Groene Groeiregio’ belicht. Hierbij wordt de Clean Industrial Deal benoemd, de Europese stimuleringspolitiek voor de verduurzaming van de industrie. Door samen op te trekken kan Den Haag noordelijke proposities rond waterstof en circulariteit versterken.

Uiteraard worden de Lelylijn en de Nedersaksenlijn genoemd. Opvallend is de verbinding met de thema’s strategische autonomie en defensie. Spoorverbindingen zorgen voor robuustere verbindingen met Noord-Duitsland en Scandinavië. In dit perspectief wordt ook de ontsluiting van Groningen Seaports geplaatst.

Kortom, het lobbydocument is consistent met de regionale politiek die vanuit Noord-Nederland al jaren bedreven wordt. Maar ze kent ook nieuwe begrippen (‘campus’, ‘NPVR’) en aangrijpingspunten (strategische autonomie).