Op 17 oktober 2025 presenteerde minister Karremans van Economische Zaken het nieuwe industriebeleid voor Nederland, dat inzet op focus en strategische keuzes. Tijdens de presentatie gaf hij aan: 'Wie niet kiest, verliest.' Daarmee benadrukte hij het belang van gerichte keuzes om de economische positie van Nederland te versterken. Het beleid richt zich op zes groeisectoren waarin Nederland internationaal onderscheidend kan zijn:

1. Halfgeleiders

2. biotechnologie

3. defensiegerelateerde technologieën (zoals 6G en quantum)

4. digitale diensten (waaronder AI)

5. machinebouw

6. innovatieve chemie.

Deze sectoren zijn geselecteerd op basis van hun strategische waarde, maatschappelijke relevantie en economische potentie. De overheid wil de ontwikkeling binnen deze markten stimuleren via gerichte programma’s, investeringen in talen, infrastructuur en het wegnemen van belemmeringen zoals netcongestie en regeldruk.

Met de invoering van het nieuwe industriebeleid komt per 1 januari 2026 een einde aan het topsectorenbeleid. Dit door Rutte 1 gecreëerde beleid, dat sinds 2011 van kracht was, richtte zich op samenwerking tussen bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheid in tien sectoren waarin Nederland sterk is, zoals AgriFood, Energie, Chemie en Life Sciences & Health. Binnen dit kader werkten partijen samen in Topconsortia voor Kennis en Innovatie, met als doel het stimuleren van innovatie en kennisdeling via publiek-private samenwerking.

Hoewel de topsectoren structuur vervalt, blijven generieke innovatieregelingen zoals de WBSO en de PPS-toeslagen beschikbaar. Ook het missiegedreven innovatiebeleid blijft bestaan. Sectoren die buiten de zes nieuwe groeimarkten vallen, ontvangen echter geen specifieke ondersteuning meer.