
Noorden loopt politiek verdwaalrisico
Woensdag 29 oktober werd de electorale kaart van Nederland opnieuw bepaald. Wat betekent de uitslag van de Tweede Kamerverkiezing voor het Noorden?
Opvallend is dat de PVV in 20 van de 36 noordelijke gemeenten (excl. Waddeneilanden) de grootste partij blijft. Afgaand op Wilders’ ferme stellingnames is het duidelijk, anti-immigratie standpunten zitten stevig in onze regio geworteld. Wetenschappers leggen het verband tussen deze standpunten en dieper liggende gevoelens van onvrede die zich concentreren in regio's. In de samenleving van Noord-Nederland zou dit dan om drie gebieden gaan. Ten eerste Oost-Groningen, ten tweede Zuidoost-Drenthe en ten derde de oost/zuidoostelijke grensgemeenten van Fryslân. Tussenbalans: een nieuwe Tweede Kamer, een nieuw kabinet, maar persistente, geografisch geconcentreerde onvrede.
In de omgang met deze uitdaging is ondernemerschap, in de brede zin van het woord, wellicht de beste houding. Ondernemerschap betekent gedetailleerd analyseren en realistisch zoeken naar kansen, om zo tot een nieuw regionaal perspectief komen. Ondernemerschap vereist echter samenwerking. En hier wringt de schoen.
Politiek was Noord-Nederland nog nooit zo verdeeld. De macht valt uiteen in diverse partijen. We proberen daar wel wat grip op te krijgen. De LC van 1 november suggereert een scheiding tussen een behoudend platteland en progressieve, stedelijke kernen. Landelijk is D66 nu de grootste maar deze partij heeft in Noord-Nederland geen flinke basis. Noordelijke politici en bestuurders van de BBB zullen hun invloed zien tanen.
Er is geen reden voor optimisme. Een breed middenkabinet hoeft niet automatisch gepaard te gaan met een brede agenda waarin de regionale belangen verankerd zijn. Partijen die veronderstelt worden een grote rol te spelen, vinden weliswaar dat ‘elke regio telt’. Maar het belang van deze boodschap ebt gemakkelijk weg. Met het Nationaal Programma Vitale Regio’s (NPVR) is er bovendien een bliksemafleider. Of dit NPVR substantieel gefinancierd wordt is maar de vraag. Het resultaat kan net zo goed nul zijn, of leiden tot het ‘projectje hier en een projectje daar’. In de verdeling van de werkelijke investeringsvolumes zal het belang van Noord-Nederland waarschijnlijk geen rol spelen. De recente industriebrief bijvoorbeeld wil ‘scherp kiezen’ voor hoogtechnologische economie. Juist daar is de basis in Noord-Nederland weliswaar niet afwezig, maar wel smal.
In ons verdeelde politieke landschap loopt Noord-Nederland het risico te verdwalen. Verdwalen in een formatieproces waar ‘de regio’ met de mond beleden wordt, maar in de werkelijke verdeling het onderspit delft. Gelukkig hoeven we niet lijdzaam toe te zien. We kunnen onze ambities bundelen en zelfbewust presenteren – als we de weg naar Den Haag zien te vinden.
Blog: Marijn Molema
