
Staat van het Europese concurrentiebeleid
Woensdag 10 september sprak Ursula von der Leyen, voorzitter van de Europese Commissie, de State of the Union uit. In deze ‘troonrede’ van de EU wordt de balans opgemaakt en vooruitgekeken. Gebed in ferme, geopolitieke uitlatingen werden ook de ijkpunten van het concurrentiebeleid naar voren gebracht.
Naast het verminderen van de regeldruk is innovatie de belangrijkste kapstok. De toespraak markeerde twee met elkaar verbonden beleidsvoornemens, die begin 2026 ter goedkeuring aan de Europese Commissie worden voorgelegd. Ten eerste gaat het om de ‘Europese Innovation Act’. Deze beoogde verordening betreft een geheel van maatregelen gericht op een innovatievriendelijk klimaat. Denk daarbij aan maatregelen voor betere toegang tot kapitaal en R&D-faciliteiten. Deze ‘Act’ gaat gepaard met, ten tweede, het ontwerpen van een '28e regime' waarin transnationale, juridische en ondernemersvriendelijke regels gelden.
Voor startups en scaleups werd in mei 2025 al een strategie gelanceerd; in de State of the Union wordt het ‘multi-billion euro’ Scaleup Europe Fund opnieuw beloofd. Onder het kopje ‘innovatie’ kunnen we ook Von der Leyens woorden over AI scharen. ‘We are massively investing in European AI Gigafactories’ – in Groningen wachten we in spanning af. De EU voorzitter herhaald maar eens dat de AI factory een plek moet worden voor startups die de nieuwste AI-modellen kunnen ontwikkelen.
‘Decarbonisatie’ is het andere belangrijke trefwoord. De Clean Industrial Deal wordt aangehaald. Deze verscheen in maart 2025 en is een kader voor actieplannen die o.a. voor de chemische industrie worden opgesteld. Eind dit kalenderjaar kunnen we een voorstel verwachten voor de Industrial Decarbonisation Accelerator Act. De beoogde verordening draagt bij aan de verduurzaming van energie-intensieve industrieën, o.a. door clusters te ondersteunen en door het stimuleren van de marktvraag naar koolstofarme producten.
Naast juridische en financiële impulsen kunnen we, samengevat, algemeen bindende verordeningen verwachten die ook het innovatie- en duurzaamheidsbeleid in (Noord-)Nederland gaan beïnvloeden.