
Banengroei vlakt af en stagneert
Begin juni publiceerde het UWV prognoses over de ontwikkeling van het aantal banen t/m het jaar 2027. Bottom-line: er komen amper banen bij. Het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekering geeft per provincie ook voorspellingen voor het jaar 2027.
Drenthe: c. 119 duizend werknemersbanen
Friesland: c. 290 duizend banen werknemersbanen
Groningen: c. 362 duizend werknemersbanen
Naast de werknemersbanen zijn er de banen van zelfstandigen: daar wordt krimp verwacht wegens handhaving op schijnzelfstandigheid. De statistieken zijn overigens gebaseerd op het CBS. De barometer voor Noord-Nederland gebruikt andere cijfers (LISA) op basis waarvan we een banengroei van bijna 15 procent kunnen berekenen tussen 2015-2023. Die groei vlakt dus af en valt in 2027 nagenoeg stil.
Wat is volgens het UWV de verklaring? Eerder voorspelde het CBP een bescheiden groei van de economie en daar volgt dan summiere banengroei uit. Daarnaast lijkt er een dempend effect uit te gaan van aanbod schaarste. Immers, een (verwacht) tekort aan werknemers zal werkgevers ontmoedigen om nieuwe arbeidsplaatsen te scheppen.
Niettemin wordt groei verwacht in de bouwnijverheid (ruim 10 procent groei richting 2027), op de voet gevolgd door groeiverwachting in de zakelijke dienstverlening. Naar verwachting krimpt het aantal banen in de noordelijke industrie, dat geldt des te meer voor de chemische industrie en (delen van) de metaalindustrie. De dynamiek in en tussen sectoren vraagt dus om een scherpe blik. Eerder constateerde Planbureau Fryslân dat er vooral tekorten verwacht worden t.a.v. technisch personeel. En de krapte vraagt om samenwerking en innovatie, zo herhaalt het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen nog maar eens.